Haal alles uit een droomworkshop
Waar haal je ideeën? Waar zit de goesting? Wie heeft welke talenten? Wat zijn de dromen voor de straat? Wanneer zijn de randvoorwaarden ideaal? Hou samen met je buren een droomworkshop. Je vindt er ook het antwoord op de vraag van één miljoen: wat is een tuinstraat?
Wat is een droomworkshop?
- Het is het moment waarop (alle) buren zich samen een droombeeld van hun tuinstraat vormen. Vergeet zeker de kinderen niet!
Waarom een droomworkshop?
- Je komt tot vernieuwende ideeën voor vergroening en verblauwing van de straat.
- Je werkt met local heroes: de bewoners zijn de ervaringsdeskundigen van de straat.
- Er ontstaat een gedeelde toekomstvisie.
- Je stimuleert de betrokkenheid.
- Je creëert een draagvlak voor verandering.
Waar hou je de droomworkshop?
- Kies een vertrouwde locatie in de buurt. Er moet ruimte zijn voor verschillende tafels met stoelen errond.
- Zorg voor koffie, thee, fruitsap, cake, koekjes.
Wat staat op het agenda?
Reken drie uur om het programma af te werken.
- Neem tijd voor een warme kennismaking. Wie is wie? Tip: registreer namen en coördinaten van de deelnemers.
- De workshopleiders leggen uit wat het doel van de bijeenkomst is, wat de spelregels, beperkingen, mogelijkheden en grenzen van het project zijn. Tip: schets duidelijk het kader van het straatproject: timing, wat is tijdelijk, wat kan permanent zijn, wat zijn de verantwoordelijkheden?
- Bepaal samen wat belangrijk is in jullie tuinstraat: wat zijn de thema’s, waar is nood aan, wat zijn de dromen? Er zijn verschillende manieren om dit luik op te zetten:
- Je houdt een groepsgesprek: wat loopt goed in de straat, wat niet, hoe kan de straat mooier, beter, socialer … worden?
- Om de beurt krijgt iedereen twee minuten om een betoog te houden (Als ik straatburgemeester was, zou ik …).
- Als er stille, intraverte deelnemers in de groep zijn, werk je beter met post-its: ieder krijgt er bijvoorbeeld vijf om op themabladen zijn of haar favoriete thema’s te selecteren.
- Tip: maak vooraf een lijst van thema’s (meer groen, verkeersveiligheid, speelruimte, meer sociaal contact …) om indien nodig een voorzet te geven.
- Tip: bespreek het thema mobiliteit als laatste. Hier zitten meestal de meeste angels in het realiseren van een tuinstraat. Hierover kunnen buren uren discussiëren zonder een consensus na te streven.
- Creëer extra inspiratie door voorbeelden te tonen van concrete invullingen in andere straten en steden. Tip: varieer in groen (struiken, bomen, bakken, speeboom …), blauw (ontharde plekken, stukken onthard voetpad, regentonnen of straat, wadi’s …), straatmeubilair (banken, tafels, speeltuigen …), mobiliteitsstroom (drempels, fietsenstallingen, parklets, woonerf …).
- Verdeel de (meest gekozen) thema’s over verschillende gesprekstafels. Elk groepje krijgt een plattegrond waarop de deelnemers concrete invullingen plaatsen: wat komt waar? Dat kan met het materiaal uit de vorige fase, maar knutselen of tekenen zijn ook goede opties. Tip: bewaak de participatie van alle aanwezigen.
- De verschillende tafels presenteren hun gedroomde tuinstraat. Het droombeeld krijgt vorm in concrete ideeën: wat kan waar in de tuinstraat? De voorstellen worden genoteerd. Tip: vraag de deelnemers om in deze fase de voorstellen enkel op een bekrachtigende manier te bespreken. Zoek enkel commentaren die het idee beter maken. Breng enthousiasme en zoek verbinding.
- Bevraag wat de verwachtingen zijn voor het verdere verloop. Zijn er trekkers, doeners? Wie wil wat op zich nemen? Wanneer is het volgende overleg? Hoe houden we contact? Tip: organiseer met de resultaten van de droomworkshop, bijvoorbeeld per geselecteerd thema, een brainstorm om de droomideeën te verfijnen.
- Geef kans om na te praten, grootse plannen te smeden en verbanden te sluiten. Iedereen goesting in de tuinstraat? Tip: hier hoort een drankje bij.