Tuinstraat-toolbox voor lokale overheden
De straat is een interessant geografisch niveau om als lokaal bestuur mee te werken. ‘Open oproepen’, ‘participatietrajecten’ en ‘buurtcontracten voor het beheer van straten als gemeengoed’ zijn drie instrumenten om op straatniveau burgers en lokale overheden dichter bij elkaar te brengen. Dat verhoogt sterk de leefbaarheid van steden.
Kansen voor overheden
Een straat of plein is qua schaal goed beheerbaar. Mits slimme investeringen en ingrepen genereren straten veel impact. Dat is nodig om in het kader van de klimaatcrisis steden klimaatrobuust te maken. Hoe als lokaal bestuur zoveel mogelijk straten tegelijk ondersteunen?
De benadering van tuinstraten als gemeengoed (commons) biedt kansen om de stad snel op grote schaal te vergroenen en te ontharden. Overal in steden ontstaan collectieven van burgers die zich engageren om hun leefomgeving mooier, groener, leefbaarder te maken. Voor overheden is het interessant om die commonsbeweging te ondersteunen, ook al vraagt dat een andere manier van werken en een nieuwe mindset. Een heraanleg van een straat of het inrichten van een tuinstraat zijn mooie gelegenheden om die benadering en ondersteuning uit te testen.
Straten benaderen als gemeengoed: het voordeel voor de overheid
- Gemeengoed zorgt voor meer levenskwaliteit: mensen hebben op meer dan één manier baat bij gemeengoed, bovenop de diensten die de markt en de staat bieden. In tuinstraten gaan buren bijvoorbeeld spontaan taallessen geven aan anderstaligen, babysitten op kinderen van buren, boodschappen doen voor ouderen …
Burgers die zorg dragen voor gemeengoed worden veerkrachtiger, nemen meer verantwoordelijkheid en initiatief. Van passieve bewoners evolueren ze steeds meer tot betrokken, actieve burgers. Dat is een kans voor lokale overheden om in dialoog te gaan, wederzijds vertrouwen op te bouwen en zinvolle samenwerking te creëren.
- Gemeengoed bevordert actief burgerschap. Meer groen in de straat vergt meer onderhoud. Steeds meer burgers zijn bereid om voor het groen in hun straat te zorgen.
Lokale overheden kunnen voor bepaalde onderhoudstaken rekenen op burgers. Er ontstaat gedeelde zorg en partnerschap.
- Gemeengoed biedt een platform voor creativiteit en samenwerking. In tuinstraten zien we nieuw straatmeubilair ontstaan, zoals gevelbanken en parklets. Buren verzamelen materiaal en gaan samen ontwerpen en bouwen.
Burgers die zorg dragen voor gemeengoed zijn bereid tijd en middelen te investeren in hun straat. Uit dat eigenaarschap ontstaat een constructieve ingesteldheid. Burgers zullen de straat beheren als een goede huisvader en ontzorgen zo voor een stuk de lokale overheid.
- Gemeengoed maakt het mogelijk om samen meer te bereiken en beter te presteren. De middelen – en de bevoegdheden – van lokale besturen zijn beperkt. Toch worden de uitdagingen groter.
Samenwerking met bewonerscollectieven is niet alleen fijn, het zal de komende jaren noodzakelijk worden met het oog op het behalen van ambitieuze doelstellingen.
- Gemeengoed zorgt voor sociale cohesie. Bewoners die in een straat samen zorg dragen voor beplanting, knopen gesprekken aan met buren en passanten. Vaak vloeien daar interessante activiteiten uit voort.
Mensen groeien meer naar elkaar toe in tuinstraten. Meer sociale cohesie in de stad betekent een betere sociale controle, minder overlast, minder klaaggedrag.
Drie instrumenten die de visie van straat als gemeengoed ondersteunen
Overheden kunnen ze apart én in combinatie toepassen.
1/ Open oproep
Als lokale overheden straten selecteren voor een ingreep, bijvoorbeeld om tuinstraat te worden of om ontharding te realiseren, is dat vaak een top-downbeslissing. De burgers hebben geen of weinig inspraak.
Voor de tuinstraten die momenteel in Antwerpen in voorbereiding zijn, zet de stad in op inspraak en participatie. In het kader van Antwerpen Breekt Uit stellen sommige lokale overheden eerst een longlist op, vervolgens een shortlist waarmee ze naar de bewoners van de betrokken straten trekken. Door dat contact komt de meest geëngageerde straat in het vizier. Andere lokale besturen beslissen om een enquête te organiseren.
Een open oproep gaat nog een stap verder. In Antwerpen lanceren sommige lokale overheden zo’n oproep in het kader van bijvoorbeeld quick-winonthardingen. Het lokale bestuur schetst het kader en de onderliggende voorwaarden voor het project en roept straten vervolgens op om zich kandidaat te stellen. Dit is een motiverende manier om burgers te betrekken. De burgers voelen zich gewaardeerd. In straten die ingaan op de oproep, zullen de bewoners automatisch met elkaar in overleg gaan. Een open oproep leidt tot meer burencontact en -participatie. Dat is gewonnen voor het latere traject. De benadering van straat als gemeengoed komt dichterbij.
Een open oproep is combineerbaar met een ander waarderend proces: samen met de burgers de voorwaarden voor een ingreep of selectie bepalen. Dat gebeurde in Antwerpen in 2017, in het kader van het experimentele-tuinstratentraject. Antwerpen Aan ‘t Woord lanceerde een open oproep. Negentig straten stelden zich kandidaat. Samen bepaalden ze de selectie- en wegingscriteria. Op basis van die criteria gingen ze over tot het prioriteren van de wegingen. Dit proces en het resultaat werden doorgesproken met de consulent openbaar domein. De selectie werd zo een gedragen beslissing.
2/ Participatietrajecten
Een straat ontharden of radicaal vergroenen is een ingrijpend proces. Samenwerking onder bewoners enerzijds en tussen bewoners en de overheid anderzijds is onontbeerlijk. Die samenwerking – en de bijhorende afspraken – maken de straat tot gemeengoed.
De kunst is om twee trajecten met elkaar te verweven: een participatietraject tussen de bewoners onderling én een participatietraject vanuit de lokale overheid naar de burger. Zo groeien de top-downaanpak en het bottom-upinitiatief naar elkaar toe.
Als dit proces lukt, is het meteen een ideaal draaiboek voor de heraanleg van een straat. Het zou jammer zijn om de heraanleg van een straat – en elk ander project op straatniveau – niet aan te grijpen als een opportuniteit om bewoners met elkaar te verbinden en duurzame banden te smeden tussen bewoners en de lokale overheid.
3/ Buurtcontract voor het beheer van een tuinstraat als gemeengoed
Tuinstraten zijn complex om te beheren. Om ze alle kansen op slagen te geven, is het aan te raden om een nieuw soort contract of reglement op te stellen: een buurt- of straatcontract voor het beheer van een straat als gemeengoed, een zogenaamd commonscontract. Dat gaat verder dan een klassiek buurtcontract.
Lokale regelgeving is nodig om gemeengoed mogelijk te maken. Italië is koploper: tal van Italiaanse steden en gemeenten hebben al zo’n lokaal wetgevend kader.
Een commonscontract is maatwerk. Burgers en lokale overheid leggen in onderling overleg en wederzijds vertrouwen beheersafspraken vast. Het contract ondersteunt de samenwerking, tussen buren onderling en tussen de straat of buurt en de overheid. De partijen erkennen elkaars expertise. De zorg voor elkaar en het gemeengoed staat centraal. De focus ligt op het collectief belang, het gedeeld beheer van de publieke ruimte en het versterken van de samenwerking.
Een voorbeeld van zo’n straatcontract vind je hier:
Het gaat over het beheer van een tuinstraat, maar het kan overal van pas komen waar samenwerking tussen burgers en administratie nodig is: gemeenschapstuinen, leegstaande gebouwen, parken, pleinen, buurtcomposteerplaatsen, convenanten in het kader van de Burgerbegroting, en waarom niet: een overdekte fietsstalling met laadpaal voor een elektrische deelbakfiets in een straat (interne link naar artikel).
Het raamwerk van dit contract is gebaseerd op de ervaringen van Commons Lab Antwerpen met betrekking tot convenanten in het kader van de burgerbegroting, buurtcontracten met de lokale overheid, info verzameld tijdens de Commons Assembly ‘Antwerpen Tuinstad’ en de wetgeving in Bologna (Bologna Regulation on Public Collaboration for Urban Commons). De link naar het beleid in Bologna vind je hier.